Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Klez-Edge intrigerend en ongemakkelijk
donderdag 21 mei 2009, De Burcht, Leiden

De Amerikaans-Nederlandse pianist Burton Greene is sinds de jaren zestig, toen hij tot de voorhoede van de New Yorkse avant-garde jazz behoorde, altijd een vreemde eend in de bijt geweest. Zijn manier van spelen - een onorthodoxe, percussieve stijl die slechts deels uit de jaztraditie put - is altijd controversieel geweest. De laatste jaren houdt zich hij zich in groepsverband bezig met zijn Joods-Europese roots, met bands als Klez-Thetics, Kklezmokum en nu Klez-Edge.

Laatsgenoemde band heeft voor het langdurige project van de New Yorkse muziekactivist John Zorn, Radical Jewish Music, vorig jaar nog op Zorns label Tzadik het album 'Ancestors, Mindreles, NaGila Monsters' uitgebracht. Een deel van dat repertoire was donderdagavond in de Burcht te horen in een kwartetbezetting.

Klez-Edge, kennelijk referend aan een ongemakkelijk rafelrandje, bestaat naast Greene uit Lior Kuperberg op sopraan- en tenorsax, Larry Fishkind op tuba en Roberto Haliffi op drums. Het programma is samengesteld uit nieuwe en oude stukken met duidelijk herkenbare klezmer-elementen. De nieuwe stukken zijn gecomponeerd door Silke Rollig en Greene, terwijl de oude stukken bewerkingen zijn van traditionals uit Oost-Europa. Een drietal stukken is gebaseerd op traditionele liederen uit Moldavië, de wortels van zijn moeders kant. Met zijn band Klezmokum liet Greene ons kennismaken met de geografische rijkdom van de joodse muziek van Oost-Europa, de Balkan en Noord-Afrika. Ditmaal is de meest exotische associatie die met Guayaquil in een gelijknamige compositie van de Amerikaanse pianiste Jill McManus, waarin Ecuadoriaanse elementen worden gekoppeld aan jazz en klezmer.

De eerste set klinkt in de matig gevulde ruimte van het café nogal rommelig. Percussionist Haliffi heeft, rekening houdend met de nagalm, voor de zekerheid een zeer kleine drumset zonder hihats meegenomen, maar de ritmische accenten van de pianist lijken soms niet aan de rest van de band besteed. Fishkind en Kuperberg laten zich hierdoor niet van de wijs brengen. Kuperberg is op beide saxen een ontspannen fraserende improvisator die niet uit is op effectbejag. Fishkind lijkt zowel als ritmisch anker als solist een musicus die zijn eigen plan trekt, zonder dat het ten koste gaat van het collectief. Mooi solowerk van de blazers horen we in 'Mindrele', en 'Ire Moldovenesc', de twee Moldavische traditionals voor de pauze.

Na de onderbreking klinkt de band minder geforceerd zodat er meer ruimte ontstaat voor onverwachte nuances en accenten. Greene blijft een onconventionele stilist, die op zijn piano steeds op zoek is naar verschuivende ritmische accenten, alsof hij dansers begeleidt. Uitdagend en prikkelend is ook zijn solowerk, waarin de melodie telkens gefragmenteerd wordt in ritmische modules. In combinatie met het beperkte bereik van het overigens puntig bespeelde slagwerk van Haliffi krijgt de band een metalige klank die zelfs aan elektronische muziek doet denken. De volgens jazzconventies afwijkende Oost-Europese dansritmiek klinkt in de handen van deze musici echter nooit onnatuurlijk. Het hoogtepunt is het gedragen 'Lamentation', opgedragen aan dichter en jazzpromotor Greg Foster, dat vooral door het sonore tenorspel van Kuperberg extra diepte krijgt.

Ik ben benieuwd hoe Klez-Edge in een meer genaakbare context klinkt.

(Ken Vos, 28.5.09) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.