Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Festival
Stranger Than Paranoia 2011 Part 1

Kurt Rosenwinkel & Paul van Kemenade International Quintet, Stranger Than Paranoia, donderdag 22 december 2011, Paradox, Tilburg

Het jaarlijks, rondom het kerstreces, terugkerende intieme jazzfestival Stranger Than Paranoia is bij uitstek dé gelegenheid om opmerkelijke en onderscheidende muziek te beluisteren. De ambities van organisator Paul van Kemenade reiken echter verder. Een aantal jaren achtereen is het streven geweest het festival op te rekken door het Poppodium 013 erbij te betrekken. Logischerwijs door voor een breder publiek een toegankelijke mix van meer dansbare muziek te programmeren. Vanwege een gebrek aan grote publieke belangstelling is dit experiment in 2010 ter zielen gegaan. Dit jaar is het initiatief genomen tot een beperkte schaalvergroting, door het vermaarde festival in vijf dagen tijd in drie Brabantse steden (Tilburg, Breda en Den Bosch) te laten plaatsvinden.

Kurt Rosenwinkel heeft buiten kijf de laatste jaren gedemonstreerd een van de meest opmerkelijke jazzgitaristen te zijn. Tijdens Stranger Than Paranoia doet Rosenwinkel hier nog een schepje bovenop. Hij waagt zich aan solo gitaarspel waarin voortdurend het avontuur wordt gezocht. Langs beweeglijke, melodische wegen zoekt de gitarist inzichtelijk, soms duister, naar delicate gitaarlijnen met een gevoel van onderdrukte passie. Zijn voorliefde voor hornlike spel en subtiele dissonanten zitten stelselmatig in het spel opgesloten. De lange uitgesponnen solo's vinden hun weg door middel van zowel standards als originelen. De stukken worden geheel uiteengerafeld en zijn laat herkenbaar, zoals bij 'Goodbye Pork Pie Hat'. Het geluid dat Rosenwinkel uit zijn Moffa-signature gitaar tovert, houdt wel heel nadrukkelijk het midden tussen een akoestische en elektrische gitaar. De gitarist wisselt, met een gemaskeerd genoegen, op ongedwongen wijze akkoorden en solo's af. Met zijn rechterhand beroert Rosenwinkel de zes snaren, zowel met plectrum als direct met de vingers en soms zelfs gelijktijdig. De gitaarexercitie duurt meer dan een uur, maar tendeert nooit naar een moment van verveling.

Zonder opkloppen kan worden geconstateerd dat de altsaxofonist en componist Paul van Kemenade aan het einde van 2011 een glorieus jaar besluit. Waar en in welke samenstelling dan ook: Van Kemenade weet ontroering en begeestering teweeg te brengen. In 2011 zagen twee uitmuntende cd's het licht: 'Who’s In Charge' en 'Close Enough'. De laatste werd in juli bekroond met een vijfsterren-beoordeling in het prestigieuze magazine DownBeat. Op 8 december 2011 kreeg hij de kans om vier muzikale disciplines - renaissance-vocalen (Cappella Pratensis), Afrikaanse ritmiek (Seringe C.M. Gueye), flamenco (El Periquin) en jazz (Stevko Busch & Paul van Kemenade's Three Horns And A Bass) - eindelijk live te laten samensmelten tijdens een gedenkwaardig optreden in de Concertzaal in Tilburg (klik hier voor een fotoverslag door Cees van de Ven).

Paul van Kemenade vermeldt bij aanvang van het optreden in Paradox dat de vaste gitarist Frank Möbus van zijn Internationale Quintet helaas in een ziekenhuis in Berlijn verblijft vanwege de behandeling van tuberculose. Het verhindert het kwintet echter niet om retestrak, met een touch in het verleden 'Who’s In Charge' in te zetten. Met een afwisseling van tegendraads en samensmeltend spel tussen Van Kemenade en trombonist Ray Anderson wordt het stuk uiteindelijk in een virtuoze vraag-en-antwoordspel geëindigd. 'Tune For N', opgedragen aan Van Kemenade's oude leermeester Niko Langenhuijzen, is vederlicht en openbaart zich in een losse swing. Het stuk 'Ass Yet' van Anderson refereert nadrukkelijk aan de mood van de fifties, mede door het doorklinkende thema van 'Salt Peanuts'. Moderniteit wordt aangebracht door de opzwepende en onruststokende swing van drummer Han Bennink. Als een cri de coeur daalt een ballad neer om plaats te maken voor de sneltrein suspense van 'Silver Nichols'. In een ademloze afwisseling van emoties cumuleert het aanvankelijke zwaarmoedige 'Song For Che' in een Zuid-Amerikaans strijdlied met de zo kenmerkende onderhuidse dreiging. Andersons trombone in 'Funkalific' klinkt al even extatisch-virtuoos als grensverleggend. In de gedaante van een boosaardige clown of een wispelturige tovenaarsleerling doemen ongelooflijk muzikale invallen uit het koper op. Het afsluitende korte walsje vormt het spreekwoordelijke slagroom op het toetje van een optreden dat elke gemeenplaats te boven gaat.

Klik hier voor een fotoverslag van deze festivaldag van Stranger Than Paranoia 2011.

Labels:

(Louis Obbens, 6.1.12) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.