Draai om je oren
Jazz en meer - Weblog





 




Cd
Various artists - 'Roots Of Soul' (Documents, 2013)

Opnamen: 1949-1960

Het was gelijk het muzieknieuws van 2011. In januari van dat jaar maakte de Amerikaanse Library of Congress bekend dat ze de grootste schenking aller tijden in ontvangst had genomen. Het complete geluidsarchief van de Universal Music Group. Meer dan 200.000 masters, rond de 9000 spoelen en zo'n 15.000 lakplaten. In totaal ruim anderhalve kilometer plankruimte. Geen wonder dat James H. Billington, woordvoerder van de nationale bibliotheek, glimmend van genoegen verklaarde dat "de donatie van het UMG archief aan de Library of Congress een belangrijke gift is aan de natie, die de band tussen de generaties in stand houdt die zo essentieel is voor het levend houden van onze nationale collectieve herinnering aan de muziek en de geluidsopnamen die zo belangrijk waren voor de vorige generaties."

Zal best. Maar dan vergeten we voor het gemak dat het digitaliseren en restaureren van die gigantische rijstebrijberg tussen de drie- en vierhonderd manjaren gaat kosten. Voorzichtig geschat. En Universal behoudt de exploitatierechten. Welnu, in de afgelopen jaren heeft die maatschappij geen poot uitgestoken naar al die originele Decca's, Deutsche Grammophone's en Verve's. Goed, van tijd tot tijd werd er wel eens wat gelicenseerd aan derden, maar daar bleef het toch bij. Het lag intussen wél te rotten in dat pakhuis bij Boyers, Pennsylvania. En dat kostte vanzelfsprekend alleen maar geld.

Een heel verhaal om uit te leggen waarom de Decca's van Sister Rosetta Tharpe, Billie Holiday, Louis Jordan, Buddy en Ella Johnson, de Ink Spots en het Norfolk Jubilee Quartet en een hele ris andere pioniers niet vertegenwoordigd zijn op de 10-cd box 'Roots Of Soul'. Ray Charles en James Brown krijgen terecht veel ruimte en ook voortrekkers als Ruth Brown, Sam Cooke en Jackie Wilson komen aan bod. Alles bij elkaar hebben we hier tweehonderd tracks, die gezamenlijk een heel behoorlijk beeld geven van de vocale rhythm & blues in de jaren vijftig, de gouden periode van het genre. Vocaal, inderdaad. Want hoewel het Duitse Intense Media kennelijk toegang had tot de respectieve catalogussen van RCA, King, Atlantic, Modern, Aladdin en nog wat kleinere spelers, is niet geopteerd voor oververhitte jumpbands. Jammer, want de studio-ensembles die de vocalisten begeleidden waren doorgaans puik, maar dat Ray Charles vanaf 1954 met zijn eigen orkesten in de studio stond hoor je wel degelijk.

Een uitzondering zijn de Van McCoy Strings die met een nummer uit 1958 ('Sweet And Easy') vertegenwoordigd zijn. Bandleider en bassist McCoy kende ik eerlijk gezegd niet, alhoewel hij voor tal van jaren zestig en zeventig soul- en disco-artisten heeft gewerkt, als producer en songschrijver. Maar de baslijnen die hij hier als achttienjarige speelde weken fundamenteel af van de vier-in-de-maat partijen die destijds gebruikelijk waren. McCoy had een meer soepele, melodische, latin-geörienteerde aanpak, die vooruit wees naar de soulmuziek van zes, zeven jaar later. Daarmee zou je hem een unsung pioneer kunnen noemen. Want ook een gigant als James Brown moest op de komst van bassist Bernard Odum wachten voor hij met 'Papa’s Got A Brand New Bag' geschiedenis kon schrijven.

Wat je ook uit de opnamen van Brown uit de periode 1955-1960 kunt opmaken, is de verbluffende veelzijdigheid van de man. Of was het eerder een soort fundamentele onzekerheid? Want we horen hem hier als emotionele blues balladeer, als doowopper, als shouter in de Little Richard-traditie, als gospelzanger die zijn tekst per ongeluk in de kerk had laten liggen, als schaamteloze meelifter op de successen van Bill Doggett en The Coasters en als overgeëmotioneerde huilebalk die Tommy "Weepin’ and Cryin’" Brown (geen familie) het nakijken geeft. Voor mij was dat kameleontische aspect van de Godfather een eyeopener.

Ach, zo vallen er wel meer dingen op in dit fascinerende document. Zanger, pianist en songschrijver Ivory Joe Hunter, die (volgens mij) als eerste zwarte artiest voet aan de grond krijgt bij het country & westernpubliek, jaren vóór Ray Charles in ieder geval. Etta James, die als zeventienjarige direct heel sterk debuteert met 'Good Rocking Daddy' en 'The Wallflower'. Thurston Harris, die van Buddy Johnsons 'Fine Brown Frame' 'Fine Fine Frame' maakt en er meteen maar zijn eigen naam achter zet. Moonah, die in 1953 met 'All Shook Out' het perfecte R&B-nummer opneemt – waarmee de samenstellers ongetwijfeld Moohah bedoelen, nom de plume van radiojockey A.C. Williams uit Memphis. Bobby Day, van wie ik nog niets in de kast had staan, maar die toch een rol heeft gespeeld als, zeg maar, de Andy Williams van de zwarte muziek. Earl Grant (en Jackie Wilson) die zich wat dat betreft nog een stuk verder het fondant invreten.

En Faye Adams tenslotte, de misschien wel meest indrukwekkende bluesmama van deze collectie.

Labels:

(Eddy Determeyer, 10.3.14) - - [naar boven]


Lees verder in het archief...








Menupagina's:




Cd van het moment:
Sylvie Courvoisier - 'Chimaera'

Klik op de hoes om een track te beluisteren en voor meer informatie





Nieuws, tips, suggesties, adverteren, meewerken?
Mail de redactie.